
Met studente Jeanne Steverink van universiteit Utrecht zijn we gedoken in het thema voedsel en waarom er voedselbeleid nodig zou zijn. Dit wordt namelijk nogal eens bepleit. Daarnaast hebben we ons de vraag gesteld of er argumenten zijn waarom er in de Achterhoek voedselbeleid zou moeten zijn?
Wat hebben we geleerd? De impact van de wijze van voedselproductie en consumptie is enorm en raakt vele beleidsthema’s van overheden. Maar voedsel is ook zo ‘dichtbij iedereen’ dat meer weten ervan een belangrijk instrument kan zijn voor het werken een toekomstbestendige planeet én voor ieders eigen gezondheid.
Onze conclusie was al snel dat het vooral ontbreekt aan basiskennis en basisvaardigheden bij ouders en hun kinderen. En dat voedsel juist niet het domein van enkel de landbouwsector is of de levensmiddelenindustrie. Het is net zo goed cultuur, sociaal, identiteit, gezondheid alsook natuur en landschap en daarmee onderdeel van veel verschillende beleidsthema’s. Belanghebbenden zijn ook werkgevers, zorginstellingen en gemeenten, aangezien deze baat hebben bij een gezonde beroepsbevolking om sociale redenen maar ook domweg vanwege de kosten.
Wijzigingen in de manier van consumptie en productie zijn nodig en kunnen vanuit verschillende beleidsthema’s geagendeerd worden, maar het zijn uiteindelijk consumenten (ouders, kinderen) die het moeten doen. Cruciaal om dan eerst kennis te nemen van het keuzeproces, de huidige voedselcultuur en de bijbehorende basiskennis en vaardigheden en je vooral realiseren dat het gaat om onbewuste keuzes die op het gebied van voedsel worden gemaakt.
Het wijzigen in consumptie- en productiewijze vergt daarmee niet alleen innovatie, technieken, wettelijke geboden en/of marketing, maar eerst het bijbrengen van basisvaardigheden en basiskennis in de breedte. Net als dat rekenen, lezen en schrijven basisvaardigheden zijn om goed te kunnen functioneren in de maatschappij, geldt dat ook voor eten. Voor eetgewoonte geldt daarbij ook ‘jong geleerd is oud gedaan’. Daarmee is het voor ons overduidelijk dat voedselbeleid als eerste start met ‘voedselonderwijs’ in het basisonderwijs. Denk daarbij aan proeven, bereidingstechnieken, verschil in teeltwijze, impact op milieu en dieren. Zonder basiskennis en vaardigheden over voedsel is het ‘dweilen met de kraan open’ en is de impact van andere maatregelen van verschillende beleidsthema’s beperkter.
Voedsel in het onderwijs, maar dan wel structureel en professioneel; voedseleducatie2.0. Niet meer als een los projectje met toevallige liefhebbers, vrijwilligers of een uitje naar een willekeurige boer, maar structureel. Dat wil zeggen eerst uitwerken wat de gewenste basisvaardigheden moeten zijn en dan de juiste methoden ontwikkelen voor alle scholen, incl. de opleiding van docenten.
Zijn er aandachtspunten voor de Achterhoek? Ja! We zien dat de beroepsbevolking krimpt, vergrijst, langer inzetbaar moet zijn en meer actief is in relatief zwaardere beroepen. Inzet op een vitale beroepsbevolking door betere voedselkeuzes is dan ook het belang van gemeenten, zorgsector en werkgevers. Daarnaast kunnen andere voedselkeuzes landschap, natuur en dierenwelzijn in de Achterhoek versterken en ondernemers steunen die gezondere en duurzamere producten aanbieden. En aangezien duurzamer en gezond voedsel volop in de belangstelling staat kan, mits de Achterhoek voorloper wil zijn, het zelfs leiden tot nieuwe bedrijvigheid en het aantrekken van nieuwe bezoekers van buiten de Achterhoek.
Meer weten? Neem gerust contact op, lees de samenvatting of het hele rapport. Zie deze links:
Samenvatting stagerapport De kracht van voedsel maart 2017
Stagerapport – Kracht van Voedsel maart 2017